Bij het zorgvuldig uitgraven en verwijderen van zand tijdens de uitgebreide restauratie in 2013, stuitten de toegewijde bouwvakkers op een imposant stuk steen. Wat aanvankelijk leek op een gewoon blok, onthulde al snel zijn ware aard: een adembenemend doopvont, daterend uit het hart van de 13e eeuw.
Deze meesterlijke doopvonten uit de middeleeuwen werden helaas tijdens de tumultueuze tijden van de Reformatie weggehaald uit de oorspronkelijke kerken. Talloze van deze prachtstukken werden begraven in afgelegen tuinen, sommigen dienden als drinkplaats voor het vee, terwijl enkelen zelfs transformeerden tot bloembakken in de pastorale tuinen. Helaas zijn velen ook vernield en voorgoed verloren gegaan.
Echter, in Meeden maakte men de keuze om dit meesterwerk te behouden en onder te brengen binnen de muren van de kerk, als een eerbetoon aan zijn verleden. Het doopvont kwam tevoorschijn bij de voormalige noordelijke ingang, precies aan de linkerzijde wanneer men de kerk van binnenuit betrad. Deze ingang was voorbehouden aan de vrouwelijke kerkgangers van weleer.
“Het bewuste doopvont is met trots gecategoriseerd onder de naam “Bentheimer vont,” een eerbetoon aan zijn oorsprong en erfgoed. “
De verfijnde decoratie strekt zich uit van boven naar beneden en omvat twee sierlijke touwranden, een weelderig rankenfries, nogmaals twee fijne touwranden en een indrukwekkende waaiervormige afwerking. Binnen het rankenfries floreren afbeeldingen van natuurlijke bladeren en sierlijke druiventrossen in volle glorie. Hoewel de draagfiguren helaas enigszins zijn beschadigd door de tand des tijds, blijft hun vakmanschap bewonderenswaardig.
Dit opmerkelijke doopvont is versierd met leeuwenfiguren, wat getuigt van de meesterlijke artistieke visie uit die tijd.
Al met al is de Dorpskerk van Meeden een prachtig voorbeeld van laatgotische architectuur en een belangrijk historisch monument. Het is een plek waar mensen al eeuwenlang samenkomen om te bidden en te bezinnen, en het blijft tot op de dag van vandaag een centraal punt in het dorpsleven.